dinsdag 29 april 2008

doodlachen

bijna tachtig was de man. regelmatig dacht hij na over de dood. laatst nog had hij een geweldig idee. hij zou een cd opnemen waarop hij een half uur zou lachen. tijdens zijn begrafenis zou dan de lach-cd worden gedraaid, in plaats van toespraken en muziek. het idee erachter was dat het lachen van de dode aanstekelijk zou werken op de aanwezigen. hij zag het al helemaal voor zich: een zaal vol lachende en gierende bezoekers op zijn uitvaart. hij had er meteen al grote voorpret van.

Identiteit

Goed. Er was eens een tijd waarin je gewoon een naam had. Gekregen bij je geboorte – en je deed het er maar mee. Op straat kreeg je er nog wel eens een toevoegsel bij, waarbij je je direct thuis voelde omdat het meestal verwees naar de een-of-andere lichamelijke bijzonderheid. Als er ‘Hé, lange!’ geroepen wordt, dan kijk ik op. Nog steeds.

Hoe anders is het nu. Gisteren heb ik mijn identiteiten eens zitten tellen. Exclusief mijn eigen naam: drie-en-twintig die ik soms-, geregeld- of vaak gebruik. Ik ben gestopt eenmalige wegwerp-identiteiten te tellen bij veertig. Hier ben ik die-en-die, daar zus-en-zo, maar wie ben ik precies wanneer en waarom – het is me een raadsel.

Geen verlangen naar vroeger. Want het heeft zo zijn voordelen. Je kunt ééndimensionaal aanwezig zijn, zonder er op afgerekend te worden. ‘Belezen’, ‘woordrijk’, ‘botte hufter’, ‘kroegtijger’, ‘natuurmens’. Wat dan ook. Naast elkaar. Door elkaar. Op elkaar. Tegen elkaar.

Wel één angst. Stel, je zit eens lekker in je rol en je raakt plots in coma. Wie ben je dan als je wakker wordt?

maandag 28 april 2008

Noorderstrand

De vriendelijke reus op het Noorderstrand ritst z’n wetsuit dicht en knijpt één oog toe. Om de richting te bepalen of om de wind, de stroming of de golfslag de maat te nemen of omdat het nou eenmaal zo hoort – dat weet je maar nooit. Dan neemt hij z’n aanloop, heel lang en verrassend snel. Zand spat op van onder z’n voeten, dan schelpen, dan modder, dan water. Z’n board glijdt over een spiegelglad uitlopende golf. Met ’n elegant sprongetje landt hij er juist goed op. De branding doorsneden. Voorbij de paalhoofden. Langs de vaargeul van de Westerschelde. Een stipje nog maar. Weg. Dag reus. Tot ziens.

zaterdag 26 april 2008

warm bad



pff ja ecologisch overleven. electriciteit uit wind en waterkracht. zon die water verwarmt. allemaal leuk en aardig. zeker als je daarnaast ook reguliere schakelaars en bedieningsgemak hebt. lekker groen bezig zijn. maar daarna neem je weer een milieuverslindende douche om het groenverdiende zweet van je af te wassen. zelfs groen hoort gemak en lol te zijn. en dat is soms ook wel het geval. de bovenstaande grotbewoner vond het warme bad opnieuw uit. door de oliedrum loopt een koperen leiding in spiraalvorm. links is de leiding aangesloten op een waterslang die water uit een beekje aanvoert. het vuur in het olievat verwarmt het water tot een graadje of veertig...

donderdag 24 april 2008

too young

ook bij mij welde een traan op toen de poort openschoof. in het stralende licht tilden zijn maten zijn kist naar binnen. die rituelen werken gek. zo goed kende ik hem niet, maar wel lang. en het was een sympathieke jongen. eerst hadden ze zijn onbewerkte kist nog rondgereden over het terrein in zijn roestige Landcruiser. een roestbak met uitstraling, nog net geen oldtimer zo te zien. eigenlijk ziet het er niet uit, zo'n kist in een oud barrel. maar of ik vrolijker van zo'n glimmende lijkenschuiver zou zijn geworden betwijfel ik. rituelen. zoals dat niet aan te horen duitstalige liedje, het tweede, meen ik mij te herinneren. lig je daar in je kist, zonder dat je je met goed fastoen kunt omdraaien. toch al te jong gestorven. krijg je zoiets te horen... erg aangrijpend als zijn lief samen met de tweeling van twee haar laatste woorden toevertrouwt aan de dode. weer een traan, al schaam ik me een beetje bij dit te intieme moment te zijn geweest. het was teveel... nou ja, niets is goed aan een afscheid van iemand, die vorige week rond deze tijd waarschijnlijk gewoon in de kroeg met zijn buurman een pint aan het vatten was.... too young...

Bof

In een tijd dat je daar nog niet tegen ingeënt kon worden, kreeg ik de bof. Ik was een jaar of 14 en het liep tegen de zomer. Moest 10 dagen het bed houden, had de dokter gezegd. Op dag 1 en 2 was ik doodziek. Op dag 3 kwam mijn schoolvriendje Willy op ziekenbezoek. Als enige, want de bof had hij al gehad. Ik had nog niet veel praats. Op dag 4 ging het met mij al beter. Op die dag ook werd Willy bij de kermis door een dronken vent van het trottoir gereden. Op dag 8 werd hij begraven. Het werd verstandiger gevonden dat ik daar niet naartoe zou gaan, om niet iedereen aan te steken. Want met de bof wist je het maar nooit. Op dag 12 kon ik weer naar school. Het werd nooit meer hetzelfde.

Er waart een bof-epidemie door Nederland, begonnen in onze eigen versie van de bible belt. Met dank aan onze gereformeerde mannenbroeders. Volkomen onnodig. Klootzakken.

dinsdag 22 april 2008

bezet

gisteren struikelde ik over oud zeer. bezet. ik dacht dat dat iets utrechts was. bezet. bezet. te voet op weg naar het station kwam ik door wijk s. aan een muur was een rood wit plastic lint aangebracht. het flapperde in de wind. iets verder om de hoek op de muur met krijt: bezet. in kapitalen. BEZET. hoe meer ik het station naderde, hoe vaker ik een met krijt bezet stukje stoep of muur tegenkwam. bezet. bezet. bezet. ik passeerde zelfs een parkeerplaats met een soort luchtbezettingsconstructie. een lijntje tussen twee bomen met daaronder allemaal friemeltjes, tot aan de daken van de er nog onder geparkeerde auto's. wijk s. bezet gebied. een woede ontstak zich in mij. bezet. wat nou bezet? een duiveltje maakte zich van mij meester. ik duwde - in gedachte - een pinguin opzij. dat hielp. de woede nam af. ik passeerde een boerka. een wijdbeens op een stoel gezeten onderuitgezakte vetklep. ze schreeuwde hard in een telefoon. 'bezet bezet', neem ik aan, want verstaan deed ik haar niet. ik zag dat ze een voortand miste. gelukkig boerde ze niet. ik kon weer lachen. vlakbij het station geen bezetting meer. het was voorbij.

maandag 21 april 2008

gesloten boek

het moet gezegd. het deed me wat. die andere is weer terug. de koffie werd vanochtend door beide vrouwen geschonken. haar moordneigingen leken te zijn afgezwakt. zo trek ik het ontbijt wel weer. vreemd toch wat zo'n koffiejuffrouw kan aanrichten. ik hoop dat het nu over is. een gesloten ontbijtboek.

Zeekapitein

Een zeekapitein in vol ornaat
Loopt rondjes in de straat
Je kijkt verbaasd
Hij lijkt verdwaasd
Geen gezicht, het moet gezegd
Zo'n zeekapitein in hartje Utrecht

(Hé? T rijmt!)

vrijdag 18 april 2008

Holle organen

"Holle organen, daar wil ik het nog even met je over hebben", werd me vandeweek in het voorbijgaan toegeroepen. En we hebben het er ook vluchtig over gehad. Waarna het gesprek al snel een wending nam in de richting van – onder veel meer - de mogelijkheid van het houden van aasgieren in de stad, nu de duivenmelkerij definitief op zijn retour lijkt. Toch. Holle organen. Het beeld laat me niet meer los.

donderdag 17 april 2008

redacted

de soldaat filmt zichzelf en zijn maten. de student, de bullebak, de gevoelige jongen, de beroeps voor volk en vaderland en de harde pornoman. weken duren maanden. alom aanwezig geweld maakt karikaturen van de jongens. tijdens een patrouille loopt een sergeant op een bom. een afgerukte arm landt slechts centimeters voor de draaiende camera. die nacht verwerken de jongens hun emoties met drank en drugs. tijdens een pot pornopoker valt een besluit. drie van de mannen koelen hun frustraties op een burgergezin. moeder, oma en opa worden in koele bloeden neergeschoten. de dochter wordt als oorlogsvlees genomen en later verbrand. oorlog is gruwelijk.

woensdag 16 april 2008

De machine die mij maakte - en ook wel brak

Mijn hoofd is in het dorp. Misschien word ik oud of ik ga dood, weet ik veel. Maar hoe dan ook: mijn hoofd is in het dorp. Kijk daar loopt m’n nichtje. Je ziet ’t zo, want ze liep eens in een roestige spijker en nu trekt ze met d’r been, al wordt ‘r ook wel gezegd (mijn hoofd is in het dorp) dat d’r vader daar de hand in had. En daar heb je kleine Peer. Kwade tongen (mijn hoofd is in het dorp) beweren dat hij d’r een is van die vent van de Leesmap. Hij is met Johan, die niet leren kon en dat met een wekelijks pak op z’n donder moest bekopen en nu wordt er gefluisterd (mijn hoofd is in het dorp) dat ie daardoor niet van de jonge meisjes af kan blijven. Mijn hoofd is in het dorp, de machine die mij maakte – en ook wel brak

toetjes

twee toetjes gegeten, glundert ze. en een hele uitleg over het om de tuin leiden van de kok volgt. maak je maar druk om toetjes, denk ik. dat maakt de wereld in ieder geval aangenaam te bevatten. dat ontslaat je van je huiswerk om na te denken over hoe je in hemelsnaam op deze plek terecht bent gekomen. een plek waar ze je twee toetjes serveren, tenmidden van een redelijk seniel wordende omgeving. pff, waar maak ik me ook druk om. eh, wat waren dat eigenlijk voor toetjes, ma? zouden ze er na jouw veelvraterij misschien nog eentje voor mij over hebben?

maandag 14 april 2008

mosselmens

wilde ideeen. als je mosselen wil koken neem je een pan, wat kruiden, een slok witte wijn, wat groenten en de mosselen natuurlijk. je zet het geheel op een vuurtje en wacht. het vuur verwarmt de wijn en de mosselen beginnen te zweten. het zweten reinigt de mosselen en de groenten. de kruiden doen de rest. hetzelfde kan natuurlijk ook met een mens. neem een bad vol water. zet het in je tuin. stook er een vuur onder. plaats het mens in je bad en voeg wat badkruiden toe. een lekker flesje witte wijn naast het bad doet wonderen. heerlijk schoon en welriekend stapt het mens even later weer uit het water.

maandag 7 april 2008

ontbijtceremonie

met haar gezicht.van een onbegane misdaad.schenkt zij koffie.
iedere dag meer.wantrouw ik het broodje.bij mijn ontbijt.
een strak gelaat.een melkkleurig uiterlijk.een ring door een ooglid.
lijkt zij koel.uit een serie gestapt.een moord te beramen.

Kingdom Treehouse

nee, vandaag ga ik niet naar beneden. ik blijf lekker hierboven en de ladder blijft ook hier. zak er maar in met zijn allen, daar onder. in mijn hut is het overzichtelijk en duidelijk. een beetje windruis en wat zonlicht. wat meer heeft een mens nodig? ik moet alleen nog eens even nadenken hoe ik dat met die emmer in de hoek ga doen. de emmer wordt maar voller en de boel zomaar uit het raam flikkeren levert een walmende basis van bestaan op. slecht idee. ook moet ik eens nadenken over eten op hoogte. nabij Engeland ligt Sealand, een koninkrijk gesticht op een booreiland. die Sealanders hebben natuurlijk ook van dit soort uitdagingen overwonnen. werk aan de winkel. morgen. want vandaag ga ik niet naar beneden.

zaterdag 5 april 2008

Saturday Night Fever

Niet eens zo heel ver weg doen mannen van mijn leeftijd op zaterdagavond bijvoorbeeld iets als: de pony uitlaten.

vrijdag 4 april 2008

bewegen


eindelijk begrijp ik waarom ze zo graag iets met beweging wil. het is haar lijf. dat kan wel wat beweging gebruiken. meer beweging minder lijf, zal ze gedacht hebben. en als iedereen daar nou zo over gaat denken komt het helemaal goed met ons land. minder vetzucht, meer economie. want als iedereen gaat bewegen en vermageren komen de gewone proporties weer in zicht. dan wordt gemiddeld Nederland gezonder en zijn er minder mensen ziek. lege ziekenhuizen, volle kantoren en fabrieken. en trots bloeit bewegend Nederland op. oude mensen bewegen, files bewegen, allochtonen bewegen. wat een feest…
vermoeiend mens hoor.

woensdag 2 april 2008

Professioneel achter glas

Wie is wie en wat is wat
Sorteer, registreer, concludeer
En – oh ja – hou de tijd in de gaten
Want tijd is geld en geld is…

Hé, kijk daar, twee mannen op de gang
Eén met zo’n mooie tas
Innig gesprek, dat zie je zo
Met aandacht en toewijding

OK, waar waren we gebleven
Goed verhaal, wil iemand reageren?
Maar hou het kort
Want tijd is tijd en geld is…

Verrek, daar loopt dat mens al
Met een enorme schaal vol hapjes
Hoe doet ze dat, op één hand?
Ze gaat vallen, weet ik zeker

Jongens, even d’r bij blijven
We moeten het nog samenvatten
Maar wel een beetje tempo
Want het geld is op en de tijd is…

groot rijbewijs, theorie examen

knoestige vingers friemelen wat onbehouwen op het vuistgrote toetsenkastje. een verbleekte juffrouw legt met iele stem uit wat de rauwe mannen en twee vrouwen in de zaal wel en niet mogen. de spanning is te snijden. dan begint de voorstelling. een vrachtwagen in beeld rijdt te dicht langs twee ruiters, een oplegger is een maatje te lang en mistlichten worden ontstoken bij zware sneeuwval. een stevig gevecht met de toetsenboren volgt. de stress is compleet. na een klein uur valt het doek. applaus blijft uit, de spanning stijgt nog meer, de bleke juffrouw verdwijnt achter een deur. na enkele minuten komt zij terug en deelt mede welke ongelukkigen op een volgende voorstelling verwacht worden…

dinsdag 1 april 2008

Een liefdesverklaring

De deerniswekkendheid van bezoeken aan 2e hands autodealers bespaar ik je. Want het gaat hierom: weggestopt in een hoekje van het terrein vol met glimmende karretjes van een goed bouwjaar, zag ik haar staan. Groot, vaalrood – niet van nature, maar door de inwerking van tijd en zon en zure regen. Vol met butsen en krassen. Op haar linker bil een gebarsten lakblaas, knullig bijgewerkt met een verfje dat het zeker zou verliezen van de plamuur eronder.
Ik zag geen obstakels maar kansen. In haar kofferbak kun je languit slapen. Twee pallets naast elkaar leggen. Een kleine motorsloep vervoeren. Een kudde zieke schapen in nood naar het dierenhospitaal brengen. Ik noem maar wat. Ze heeft de uitstraling van een stevige oude tante die op bezoek komt om een kopje thee te drinken met een straffe borrel ernaast. Ze vertelt sterke verhalen en belooft dat het nog sterker kan. Ze is struis en stoer en onverwoestbaar. Mijn oversized tante uit Zweden. Het wordt een mooie zomer.